Ik moet nog steeds wennen aan de smaak van fruit in of bij een maaltijd, want die combinatie is niet aan mij besteed. Al hoewel, deze salade met geroosterde perzik, haloumi en serranoham is stiekem onwijs lekker. Het is best grappig hoe je smaak verandert. Sommige dingen die ik vroeger eigenlijk helemaal niet lekker vond, vind ik nu geweldig lekker. Deze stoofpeertjes zijn daar een goed voorbeeld van, want nu maak ik ze graag als dessert wanneer er veel mensen komen eten (super simpel!). Dat hoeft echt niet altijd met kerst te zijn, daar zijn ze veel te lekker voor. 😉
Stoofpeertjes zijn heel simpel om zelf te maken en je hebt maar een handvol ingrediënten nodig. Dit is het klassieke recept voor stoofpeertjes, met bessensap en kaneel. Serveer de Hollandse stoofpeertjes je winterse hoofdgerecht, zoals wild, hachee of stoofpotten. Het is echter ook heerlijk als dessert met ijs, vla of custard. Zelf eet ik ze graag wanneer ze lauw-warm zijn, met wat ingekookte sap en een bolletje zelf gemaakte vanille ijs. Yumm!
Nodig (voor 6 stuks)
6 stoofpeertjes
150 ml bessensap
50 gram rietsuiker
50 ml water
1 klein kaneelstokje
Schil de stoofpeertjes en verwijder de bloemaanzet aan de onderkant. Je kunt het steeltje aan de bovenkant laten zitten, dit geeft straks een leuk effect wanneer je de stoofpeertjes serveert.
Zet de geschilde stoofperen naast elkaar in de pan, met deksel, zodat ze mooi rechtop kunnen staan. Voeg vervolgens de bessensap, suiker, water en het kaneelstokje erbij. Zet op een middelhoog vuur en breng het aan de kook. Zodra het sap begint te pruttelen zet je het vuur lager. Leg een deksel op de pan en laat ongeveer 1,5 uur zachtjes pruttelen. Mocht er teveel vocht verdampt zijn, voeg dan een klein scheutje water toe.
Haal na 1,5 uur de stoofperen uit de pan en laat het vocht wat extra inkoken tot het een stroperige massa is geworden.
Ik vind tegenwoordig fruit in de maaltijd ook lekker, maar vroeger niet inderdaad. Ik gebruik nu vaak rozijnen, appel, perzik..bij rijstgerechten en salades. Stoofperen ben ik dol op en eet ik ook veel vaker dan alleen met kerst. Chocola en fruit blijf ik dan weer minder vinden.